Meldingen

Financiële effecten niet corona

Programmameldingen

In de tabel hieronder zijn de programmameldingen opgenomen. Deze regels worden niet in de begroting aangepast, dit geldt alleen voor de wijzigingen die in het volgende hoofdstuk of in het verzamelvoorstel zijn opgenomen. Na de tabel worden de regels toegelicht.

Bedragen * € 1.000

programma

2020

WMO

Welzijn, wijkontw. en zorg

1.200

Opvang en beschermd wonen

Welzijn, wijkontw. en zorg

16.400

Welzijn

Welzijn, wijkontw. en zorg

140

Publieke gezondheid restant budget VT

Welzijn, wijkontw. en zorg

165

Jeugd

Welzijn, wijkontw. en zorg

-4.000

Inkomen

Werk en Inkomen

5.000

Werk

Werk en Inkomen

2.500

Incidenteel voordeel budget Peuterwerk

Onderwijs

600

Totaal

22.005

 
WMO
In totaal verwachten we op WMO een voordelig resultaat van tussen de 0,8 en 1,6 miljoen euro (op een totaalbudget van zo’n 40 miljoen euro). Voor het onderdeel begeleiding en dagbesteding verwachten we in 2020 een nadelig resultaat van tussen de 0,7 en 0,9 miljoen euro. Na een aanvankelijke forse daling lijkt deze daling nu te stabiliseren.  Op de huishoudelijke hulp verwachten we een voordeel van tussen de 1,9 en 2,3 miljoen euro. Het effect van het WMO-tarief lijkt nu enigszins gestabiliseerd, echter het betekent nog steeds dat een grotere groep aanspraak kan maken op de WMO-voorzieningen. Dit zal gelet op de vergrijzing zeker door gaan tellen. Ook de komende prijsaanpassingen voor huishoudelijke hulp zullen het voordeel op dit onderdeel in de nabije toekomst verder verkleinen. Op het onderdeel hulpmiddelen verwachten we een nadelig resultaat van tussen de 0 en 0,2 miljoen euro. Sinds juni dit jaar is er een nieuwe leverancier voor hulpmiddelen. De tarieven zijn zoals verwacht een stuk hoger uitgevallen bij de aanbesteding, dit zal de komende jaren verder doorwerken. Samen met de toenemende vraag lijkt het budget voor hulpmiddelen niet langer  toereikend te zijn.

Opvang en beschermd wonen
Het resultaat hiervoor wordt ingeschat op een voordeel tussen 14,0 miljoen en 18,0 miljoen euro. Het positieve resultaat wordt grotendeels veroorzaakt door WMO beschermd wonen. Er is in overleg met de zorgaanbieders fors afgebouwd aan intramurale capaciteit (Beschermd wonen) en de aanbieders hebben fors meer ruimte gekregen om ambulante trajecten (Beschermd Thuis) in te zetten.
Op de gecontracteerde zorg verwachten we zowel op de intramurale- als op de extramurale zorg een onderbesteding. 2020 is het eerste contractjaar met nieuwe producten en nieuwe tarieven voor beschermd wonen. We constateren dat de ingezette lijn van afbouw van het aantal intramurale plekken (commissie Dannenberg) succesvol is. Daarentegen constateren we dat de gewenste intensivering van extramurale (Beschermd thuis) zorg nog (financieel) achterblijft bij de verwachtingen. Wel zien we een stijging van het aantal cliënten dat Beschermd Thuis ontvangt. Naast de onderbesteding op de gecontracteerde zorg verwachten we een voordelig resultaat op de PGB beschermd wonen; voor een groot deel is dit te verklaren doordat er twee PGB-zorgaanbieders per 2020 over zijn gegaan naar de gecontracteerde ZIN-zorg. Derde oorzaak van het voordelige resultaat is het verschil tussen de daadwerkelijke loon-en prijsontwikkeling 2020 (verhoging rijksbudget) en de indexering van de budgetten met de Stadsbegroting De indexering van de rijksuitkering is hoger uitgevallen dan de indexering vanuit de Stadsbegroting 2020.    
Op de overige onderdelen van het taakveld verwachten we een nadelig resultaat van per saldo 0,4 miljoen euro.
Dit zijn maatschappelijke opvang, vrouwenopvang/huiselijk geweld en noodopvang uitgeprocedeerden,

Welzijn
Het voordelig resultaat bedraagt naar verwachting € 140.000. Dit voordeel wordt behaald door terugbetaling van teveel gekregen subsidies uit voorgaande jaren.

Publieke gezondheid restant budget VT
Op dit taakveld wordt een voordeel verwacht van € 165.000. Dit voordeel wordt met name veroorzaakt door het niet volledig inzetten van het beschikbare budget voor Veilig Thuis voor de GGD. Het AB van de GGD heeft voor 2020 niet ingestemd met de gevraagde verhoging van het budget voor Veilig Thuis. Vanaf 2021 wordt wel een begrotingswijziging verwacht van de GGD op dit onderdeel.

Jeugd
Voor Jeugd verwachten we voor 2020 een nadelig resultaat tussen de 1,5 tot 5,0 miljoen euro. Het tekort is vooral toe te rekenen aan ambulante jeugdzorg (begeleiding en GGZ). Daarnaast zijn er nog veel onzekerheden over de uitgaven in relatie tot de coronamaatregelen. In navolging van de VNG-richtlijn bieden we financiële zekerheid aan zorginstellingen. In de septembercirculaire ontvangen we nu een eerste compensatie voor meerkosten op basis van de Jeugdwet. Het is nu echter nog niet aan te geven of deze compensatie toereikend zal zijn, omdat we hiervoor de (definitieve) declaraties van de zorginstellingen nodig hebben. Daarnaast onderzoeken we of er aanvullende ondersteunende maatregelen nodig zijn in verband met corona voor de jongeren in onze stad.

Inkomen
Het voorlopige BUIG-budget voor 2020 was becijferd op 103,6 miljoen euro. Het nadere voorlopige budget was 99,9 miljoen euro, afgeleid van de gunstige bijstandsontwikkeling in 2019. Door corona was de verwachting dat de bijstandsaantallen echter weer fors zouden gaan stijgen en kwam het bericht dat het definitieve budget daarop zou worden aangepast. Het definitieve macrobudget is onlangs bekend geworden en uitgekomen op 107,5 miljoen euro, een stijging van bijna 7,6 miljoen euro. Het Rijk heeft in de berekening van het definitieve budget dus inderdaad rekening gehouden met de effecten van corona op het aantal bijstandsgerechtigden. In Nijmegen was sinds maart een forse stijging van het aantal bijstandscliënten te zien, die na de zomer weer afzwakte en een lichte daling liet zien. Hoe dit aantal zich de rest van dit jaar ontwikkelt, hangt nauw samen met de coronamaatregelen die nog genomen gaan worden en de impact op de arbeidsmarkt. In de prognose hebben we rekening gehouden met nog een stijging van zo’n 150 extra PW-uitkeringen en een lagere inzet van de loonkostensubsidies volgens de opgave van de MGR. Werkgevers staan in deze tijd minder open voor het aangaan van trajecten met loonkostensubsidies. Omdat er nog onzekerheid zit op de hoogte van de uitkeringslasten en de ontwikkeling van de bijstandsdebiteuren, hanteren we een bandbreedte ten aanzien van het verwachte voordeel. Deze zal naar verwachting uitkomen tussen de 4 en 6 miljoen euro voor het product inkomen.

Werk
De lockdownperiode en de periode daarna heeft een grote impact op de uitvoering van MGR/WerkBedrijf. De uitvoering heeft tijdelijk niet of op een andere manier plaats moeten vinden. Daarnaast zijn bedrijven voorzichtig geworden met het aannemen van nieuw personeel. We zijn daarom met WerkBedrijf in gesprek hoe we in deze periode toch het goede voor onze inwoners kunnen doen. De stagnerende uitvoering heeft ook financiële impact. Als basis voor deze inschatting zijn we uitgegaan van de 2e kwartaalrapportage van de MGR over 2020.  Daar zien we dat de MGR inschat een aanvullende nota bij de gemeente Nijmegen in te moeten dienen van zo’n € 768.000 ter compensatie van de gemiste opbrengsten. Het Rijk heeft de gemeente Nijmegen hiervoor gecompenseerd. Ten eerste door middel van de indexering van € 938.143 vanuit de meicirculaire 2020, alsmede het bedrag van landelijk 90 miljoen euro en later in de septembercirculaire  € 1.696.380. We verwachten dat op het onderdeel SW een voordeel ontstaat van zo’n 1,85 miljoen euro. Ook blijkt uit de tweede kwartaalrapportage dat de MGR-middelen overhoudt op de Participatiemiddelen. In de  eerste berekeningen komen we uit op een bedrag van € 650.000.  Naar het jaareinde toe krijgen we een beter beeld hierop. In deze voortgangsmonitor willen we dan ook een bandbreedte aanhouden. Het resultaat zal voor het product werk uitkomen op een voordeel van 2 tot 3 miljoen euro.

Incidenteel voordeel Peuterwerk
We verwachten in 2020 een voordeel van € 600.000 op het budget voor Peuterwerk. Dit voordeel heeft verschillende oorzaken. De subsidies over 2019 vallen lager uit dan waar we eerder rekening mee hebben gehouden in 2020. Door uitbreiding van de wettelijke taak op het gebied van voor- en vroegschoolse educatie doen we vanaf 1 augustus 2020 een aanbod van 16 uur per week voor peuters met een taalachterstand; dat was 10 uur per week. Voor deze urenuitbreiding worden we gecompenseerd door het Rijk maar deze worden niet over we verwachten nog geen volledige verzilvering van het aantal uren.

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2020 11:56:47 met de export van 11/10/2020 11:45:26